Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zo is dan noch hij, die plant, [13]iets, noch hij, die nat maakt, maar God, Die den wasdom geeft. 13. Te achten of te roemen; hetwelk alzo niet is te verstaan, alsof Paulus de dienaars wilde geacht hebben [want hfdst.4 vs.1 zal hij het tegendeel zeggen]; maar omdat niemand zich op de gaven der dienaren, wie zij ook zijn, alzo moet vergapen, dat hij hun de eer zou geven, die den oppersten auteur van dit werk toekomt; alzo het God is die hen stelt, die hun bekwame gaven geeft, en door hun arbeid krachtig is in de harten der mensen; vs.5, en hfdst.12 vs.6; Gal.3:5.